Vraag en antwoord
Wanneer is een partij asbesthoudende grond reinigbaar en wanneer niet?
Globaal kan gesteld worden dat zandige met asbest verontreinigde grond, ook met eventuele nevenverontreinigingen, kan worden gereinigd via extractieve grondreiniging. Grond die uitsluitend is verontreinigd met grove stukken hechtgebonden asbest kan ook (droog of nat) worden gezeefd. Klei die uitsluitend verontreinigd is met hechtgebonden en grof (> 4 mm) asbest en bovendien geen nevenverontreinigingen bevat boven de hergebruikswaarden, kan worden gereinigd via de techniek aquaseparation (nat zeven) Met asbest verontreinigde klei- en veengrond met nevenverontreinigingen en/of fijne stukken niet-hechtgebonden asbest is meestal niet-reinigbaar.
Indien grond niet gereinigd kan worden en moet worden gestort, zal bij Bodem+ een verklaring van niet reinigbaarheid aangevraagd moeten worden. Zie voor meer informatie: Verklaring niet-reinigbaarheid grond.
Is de aanwezigheid van puin in een partij of in de bodem aanleiding om bij een partijkeuring of bodemonderzoek (volledig) op asbest te onderzoeken?
In veel situaties wel, maar zeker niet altijd. De aanwezigheid van puin kan een aanwijzing zijn dat de grond asbestverdacht is. Of sprake is van een asbestverdachte situatie volgt uit een volledig uitgevoerd vooronderzoek conform NEN 5725 en NEN 5707. In veel gevallen is het verstandig en verplicht om de grond zekerheidshalve op asbest te onderzoeken. Dit voorkomt stagnaties tijdens de uitvoering en beperkt bovenal risico op ontoelaatbare blootstelling aan asbest.
De NEN 5707 geeft de ruimte om te motiveren of de aanwezigheid van puin aanleiding is om een locatie of partij als asbestverdacht te beoordelen en/of er aanleiding is om een asbestonderzoek uit te voeren. Dit kan op basis van een gedegen vooronderzoek conform NEN 5725 en NEN 5707 in combinatie met visuele waarnemingen tijdens het veldwerk. De correcte vastlegging in boorprofielen en/of monsternemingsformulier en beschrijving en motivatie in de rapportage is van belang. Of puin daadwerkelijk asbestverdacht is, is onder andere afhankelijk van het type puin dat aanwezig is en het historisch gebruik van de locatie (bijvoorbeeld op welk moment het puin is geproduceerd danwel in de bodem terechtgekomen). De aanwezigheid van enig puin dient zodoende een denkproces in gang te zetten en kan zowel leiden tot een asbestverdachte of asbestonverdachte locatie.
De NEN 5707 geeft in § 6.1.5 het volgende aan: "Er zijn verschillende typen ongebroken puin: metselpuin, betonpuin, puin van asfalt, klinkers en/of straatstenen. Vooral bij ongebroken metselpuin is de kans groot dat deze is verontreinigd met asbestcement plaatmateriaal (stukjes golfplaat, vlakke plaat, daklei en buis). Ook in betonpuin (met name funderingspuin) komt incidenteel asbestcement voor, in de vorm van asbestcementbuizen en -stelplaatjes. In de overige soorten puin zit in de regel geen asbesthoudend materiaal. Bij granulaat (afkomstig van puinbrekers) is dit onderscheid veel minder goed te zien."
Sommige gemeenten beschikken over een zogenaamde asbestkansenkaart, waaruit mogelijk afgeleid kan worden welke gebieden op grond van de historie asbestverdacht zijn. Voor meer informatie over het historische gebruik en voorkomen van asbest, wordt verwezen naar de rapportage 'Asbest in kaart, Historisch onderzoek Asbestgebruik Methode Asbestkansenkaart'.
De noodzaak voor een onderzoek op asbest kan zowel volgen vanuit de Wet bodembescherming (Wbb) of Besluit bodemkwaliteit (Bbk), als ook vanuit het Arbeidsomstandighedenwet. Wees ervan bewust dat een provincie of gemeente, die bevoegd gezag is vanuit de Wbb of Bbk, geen bevoegheden heeft vanuit het Arbeidsomstandighedenbesluit. De verantwoordelijkheden vanuit het Arbeidsomstandighedenbesluit gelden zowel voor de opdrachtgever als opdrachtnemer. De inhoud van deze FAQ is in mei 2011 door Agentschap NL Bodem+, nu Rijkswaterstaat Leefomgeving Bodem+, afgestemd met de Arbeidsinspectie.
Welke risicoklassen zijn er?
Risicoklasse 1.
Deze klasse geldt voor asbesthoudende materialen die zonder bewerking aan het asbesthoudend materiaal kunnen worden verwijderd, verpakt en afgevoerd. In dit soort gevallen hoeft de asbestverwijdering niet meer te worden uitgevoerd in een hermetisch afgesloten ruimte met een luchtdrukregulatie. Indeling in risicoklasse 1 is van toepassing bij hechtgebonden asbesthoudende materialen, die niet aangetast of verweerd zijn en die zonder verspanende bewerkingen en/of breuk te verwijderen zijn.
Risicoklasse 2.
Hieronder vallen materialen waarbij demontage niet mogelijk is vanwege slechte conditie. Hierbij mogen alleen gecertificeerde asbestsaneerbedrijven worden ingezet (gecertificeerd voor SC-530). Indeling in risico klasse 2 is van toepassing bij hechtgebonden en niet-hechtgebonden asbesthoudende materialen, waarbij breuk tijdens het saneren niet kan worden uitgesloten, waarbij een reële kans bestaat op vrijkomen van asbeststof boven de grenswaarde van 0,01 tot 1 vezels/cm3 (10.000 tot 1.000.000 vezels/m3) uitkomen.
Risicoklasse 3.
Dit is de zwaarste klasse. Hieronder valt verwijdering van niet hechtgebonden asbest, zoals isolatiemateriaal, pakkingen en asbestkarton. In deze klasse zijn de beschermende maatregelen aangescherpt, zoals bijvoorbeeld de eindcontrolemeting. Hierbij mogen alleen gecertificeerde asbestsaneerbedrijven worden ingezet (gecertificeerd voor SC-530). Indeling in risico klasse 3 is van toepassing bij niet-hechtgebonden asbesthoudende materialen waarbij breuk tijdens het saneren niet te vermijden is en waarbij het vrijwel zeker is dat asbeststofconcentraties vrijkomen die boven de grenswaarde van > 1 vezels/cm3 (1.000.000 vezels/m3) uitkomen
Grenswaarden asbest:
Vanaf heden tot 01-07-2014:
chrysotiel 10.000 vezels/m3 -- amfibool 10.000 vezels/m3
01-07-2014 - 01-01-2015*:
chrysotiel 2.000 vezels/m3 -- amfibool 10.000 vezels/m3
01-01-2015 - en verder*:
chrysotiel 2.000 vezels/m3 -- amfibool 300 vezels/m3
* Let wel: de minister is voornemens de grenswaarden te verlagen maar dit is nog steeds niet echt besloten. De komende maanden zal SZW dit besluit nog officieel moeten bekrachtigen.
Welke soorten asbestinventarisaties zijn er?
Type A onderzoek: voor het afbreken/uit elkaar nemen/gebruiken van een bouwwerk of object.
Het systematisch en volledig inventariseren van alle waarneembare asbest, asbesthoudende producten, asbestbesmet materiaal of asbestbesmette constructieonderdelen in een bouwwerk of object, voor zover deze asbestbronnen direct waarneembaar zijn of kunnen worden waargenomen met of zonder behulp van licht destructief onderzoek.
Type B onderzoek: aanvullende asbestinventarisatie voor en of tijdens bouwkundige sloop.
Vooraf of tijdens de bouwkundige sloop van een bouwwerk, object of constructie wordt uitgevoerd op basis van een overzicht van redelijk vermoeden aanwezige asbestbronnen. Bij dit onderzoek vindt er zwaar destructief onderzoek plaats. Dit onderzoek wordt gedaan door de deskundige inventariseerder asbest, en zo nodig i.s.m. een gecertificeerde asbestverwijderaar (SC 530) of sloper (BRL SVMS 007).
Type G onderzoek: inventarisatie van asbest gericht op het gebruik van het gebouw.
Inventarisatie van asbest gericht op het gebruik van het gebouw. Deze asbestinventarisatie is een uitbreiding op een volledige asbestinventarisatie Type A . De uitbreiding bestaat uit een risicobeoordeling gericht op de gebruikssituatie en het opstellen van een asbestbeheersplan volgens NEN-EN-ISO/IEC 2991: 2005.
Wie is verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van een asbestinventarisatie schoolgebouwen?
De juridische eigenaar van het schoolgebouw is verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de asbestinventarisatie. Als schoolbesturen de (juridisch) eigenaar zijn van het schoolgebouw, dan zijn zij daarvoor verantwoordelijk.
Wie betaalt de opruim- en schoonmaakkosten bij incidenten?
Bij incidenten als asbestbrand en asbeststorm moet de eigenaar van het asbest in principe de opruimkosten betalen. Bij illegale asbestsloop en illegale asbeststort is de veroorzaker aansprakelijk voor de opruim- en schoonmaakkosten. Degene die de kosten moet betalen, dient in de gelegenheid te worden gesteld zelf opdracht te geven tot opruimen, beheersmaatregelen of sanering. Wanneer de betrokkene dit ook na (spoedshalve) aanschrijving door het bevoegd gezag niet doet, kan het bevoegd gezag zelf opdracht geven tot opruimen, beheersmaatregelen of sanering en de kosten trachten te verhalen op de eigenaar of de veroorzaker.
Wat zijn/worden de grenswaarden asbest?
Het toegestane aantal asbestvezels waarmee werknemers in aanraking mogen komen (grenswaarde), gaat omlaag. Dat moet een veiligere arbeidsomgeving opleveren voor mensen die beroepsmatig met asbest werken. Dat schrijft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief [dd 21 januari 2014] aan de Tweede Kamer.
Uit vragen aan Asbest & Bouw blijkt dat hierover toch enige onduidelijkheid bestaat, vandaar hieronder een overzichtje:
Vanaf heden tot 01-07-2014:
chrysotiel 10.000 vezels/m3 -- amfibool 10.000 vezels/m3
01-07-2014 - 01-01-2015:
chrysotiel 2.000 vezels/m3 -- amfibool 10.000 vezels/m3
01-01-2015 - en verder:
chrysotiel 2.000 vezels/m3 -- amfibool 300 vezels/m3
Let wel: de minister is voornemens de grenswaarden te verlagen maar dit is nog steeds niet echt besloten. De komende maanden zal SZW dit besluit nog officieel moeten bekrachtigen.
Wat is SMA-rt?
SMA-rt (StoffenManager Asbest risico-indelingstechniek)
Het ministerie van SZW heeft in 2007 een geautomatiseerd databestand geïntroduceerd dat operationeel is onder de naam SMA-rt (StoffenManager Asbest risico-indelingstechniek). De Stoffenmanager Asbest (SMA-rt) is een digitaal programma waarmee op grond van een database met blootstellingsgegevens de risicoklasse van bepaalde typen werkzaamheden aan asbesthoudend materiaal kan worden vastgesteld. De Arbeidsinspectie hanteert bij haar toezicht- en handhavingsactiviteiten eveneens het databestand SMA-rt.
De werking van de SMA-rt software is alsvolgt: de gebruiker wordt verzocht een aantal vragen te beantwoorden die te maken hebben met de soort asbest, om welke asbesthoudende producten het gaat, of er sprake is van asbestbesmet materiaal of asbestbesmette constructieonderdelen. Ook zijn er vragen over hoe het asbest verwijderd zal gaan worden en welke beschermingsmaatregelen er zijn voorzien.
Met deze antwoorden gaat SMA-rt in een grote database naar gelijksoortige situaties zoeken en doet op grond daarvan een voorspelling over de asbestvezels die vrijkomen bij de aangegeven verwijdering. Deze voorspelling verschijnt in een opsomming van de gegevens die zijn ingevoerd aangevuld met de gegevens over de gevonden risicoklasse, verwijderingsmethoden en beschermingsmaatregelen. Op deze wijze ontstaat een beeld van wat er moet gebeuren om asbest veilig te verwijderen.
Iedereen kan gebruikmaken van dit instrument. Het zijn echter alleen de gecertificeerde asbestinventarisatiebedrijven die bevoegd zijn op grond van een asbestinventarisatieonderzoek een bindend advies te geven over de optredende risicoklassen bij het verwijderen en de daaraan gekoppelde verwijderingsmethoden en beschermingsmaatregelen.
[Per 17 maart 2014 zal het nieuwe SMART systeem (SMA-rt 2.0) beschikbaar komen.]
Wat is het Landelijk Asbestvolgsysteem?
Het Landelijk Asbestvolgsysteem is een web-applicatie waarmee opdrachtgevers regie kunnen voeren op het volledige proces van asbestverwijdering. Van inventarisatie tot en met de stort van het asbest. Het Landelijk Asbestvolgsysteem zorgt ervoor dat ketenpartners de juiste informatie hebben en volgt de wet- en regelgeving. Zo bevat het systeeem een lijst van gecertificeerde asbestinventarisatie- en verwijderingsbedrijven die u kunt inhuren. Ook wordt de melding aan de gemeente op termijn automatisch door het Landelijk Asbestvolgsysteem verstuurd. Via het systeem is het asbestdossier voor alle ketenpartijen beschikbaar gedurende de gehele sanering. Daarnaast wordt het dossier in het systeem bewaard voor eventueel toekomstig gebruik.
Het Landelijk Asbestvolgsysteem heeft als doel:
- verbeteren van inzicht in de aanwezigheid van asbest
- het transparanter maken van het asbestverwijderingsproces
- verbeteren van de naleving van asbestregelgeving
- verbeteren van het toezicht op de asbestverwijdering
- vereenvoudigen van alle administratieve handelingen bij de asbestverwijdering
- vergemakkelijken van het doorlopen van wettelijke procedures
Het Landelijk Asbestvolgsysteem is niet bedoeld om de formele opdracht tussen de verschillende partijen te verstrekken. De opdrachtgever dient dit buiten het Landelijk Asbestvolgsysteem om te regelen met het inventarisatiebureau en het asbestverwijderingsbedrijf.
Moet een sanering van met asbest verontreinigde grond uitgevoerd worden door een BRL 7000 erkend bedrijf en/of door een SC 530 geaccrediteerd asbestverwijderingsbedrijf?
Het bedrijf hoeft alleen te beschikken over een erkenning voor de BRL 7000, protocol 7001. Een sanering van met asbest verontreinigde grond wordt gezien als bodemsanering, waarop de erkenningsregeling kwalibo van toepassing is. Zie hier voor meer informatie over erkende bedrijven.
Zie op Asbest & Bouw ook:
Welke normdocumenten moet ik gebruiken bij (water)bodemonderzoek naar asbest?
Bij het uitvoeren van (water)bodemonderzoek zijn de volgende normdocumenten aangewezen in het Productenbesluit asbest, de bijbehorende Productregeling asbest en de Regeling bodemkwaliteit:
- NEN 5707: Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem (voor grond < 20% bodemvreemd materiaal);
- NEN 5897: Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat (voor bodem en puingranulaat met > 20% bodemvreemd materiaal);
- NTA 5727: Bodem - Monsterneming en analyse van asbest in waterbodem en baggerspecie (waterbodem en baggerspecie);
- NEN 5896: Kwalitatieve analyse van asbest in materialen met polarisatiemicroscopie (overige en materialen).
De normdocumenten zijn te downloaden vanaf de website van NEN. Momenteel werkt NEN samen met een begeleidingscommissie aan herziening van de NEN 5707, NEN 5897 en NTA 5727 met de insteek de normdocumenten te verduidelijken.
Welke bedrijven kunnen asbest voor mij inventariseren en/of saneren?
Op de website van de Stichting Ascert vindt u een overzicht van alle gecertificeerde asbestinventarisatie- en saneringsbedrijven in Nederland. Deze bedrijven worden gecontroleerd op het naleven van de wettelijke voorschriften. Zij kunnen alleen hun certificaat behouden als zij aan de voorschriften voldoen.
Moet asbest in een schoolgebouw altijd worden verwijderd?
Wilt u een schoolgebouw van voor 1993 renoveren? Dan is het verplicht een asbestinventarisatie te maken. Asbest hoeft niet altijd te worden verwijderd. Hechtgebonden asbest kan meestal beter blijven zitten. Dit materiaal levert geen gevaar op als het in goede staat verkeert en niet wordt bewerkt. Of losgebonden asbest (of: niet-hechtgebonden asbest) moet worden weggehaald is afhankelijk van of het materiaal al dan niet is afgeschermd. Het is ook van belang of het asbest zich voor kinderen of medewerkers op bereikbare plaatsen bevindt.
In Nederland staat het de eigenaar van een gebouw vrij te beslissen over wel of niet verwijderen van asbesthoudend materiaal. Indien tot verwijdering van asbest wordt besloten, moet men zich houden aan de regels die door het Asbestverwijderingsbesluit en de gemeentelijke bouwverordening zijn gesteld. Deze zijn op te vragen bij de gemeente. In de meeste gevallen is voor het verwijderen van asbest toestemming van de gemeente nodig.
Zie ook op Asbest & Bouw:
Test uw schoolgebouw nu op asbest!
4400 scholen nog steeds niet op asbest gecontroleerd
Wanneer is asbest gevaarlijk voor mijn gezondheid?
Asbest is levensgevaarlijk als asbestvezels vrijkomen en u deze inademt. Dit kan gebeuren als asbest in slechte staat verkeert of als het ondeskundig wordt verwijderd. De meeste nu nog aanwezige asbestvezels zitten vast in een ander materiaal. Zolang hier niets mee gebeurt, is de kans klein dat deze vezels in de lucht komen en schade veroorzaken.
Inademen asbest
Asbest is een verzamelnaam voor een groep mineralen. Deze bestaan uit microscopisch kleine, naaldachtige vezels. Ademt u asbestvezels in? Dan kunnen deze diep in de longen doordringen. Op termijn kan dit longkanker, mesothelioom (longvlieskanker of buikvlieskanker) of asbestose (stoflongen) veroorzaken.
Hechtgebonden en losgebonden asbest
Er zijn 2 soorten asbest: hechtgebonden en losgebonden asbest.
Bij hechtgebonden asbest zitten de asbestvezels stevig vast in het materiaal. Is het materiaal in goede staat en wordt het niet bewerkt of gesloopt? Dan komen er nauwelijks vezels vrij.
Bij losgebonden asbest zitten de asbestvezels niet vast aan het materiaal. De vezels kunnen dan gemakkelijk vrijkomen. Daardoor zijn de gezondheidsrisico’s veel groter. Losgebonden asbest is sinds 1983 nauwelijks meer gebruikt.
Asbest verboden sinds 1993
Sinds 1 juli 1993 mogen bedrijven geen asbest meer gebruiken in wegen, gebouwen en daken. En ook geen asbest meer verkopen. In de Europese Unie (EU) geldt een asbestverbod sinds 2005.
Kan ik subsidie krijgen om asbest te verwijderen?
Als bedrijf kunt u gebruikmaken van 2 fiscale regelingen om asbest te verwijderen. Voor particulieren is er geen subsidie voor asbestverwijdering.
Fiscale regeling voor vervangen asbestdaken
Wilt u uw stal, loods, schuur of kantoor asbestvrij maken? Dan kunt u als bedrijf gebruikmaken van de fiscale regelingen Milieu Investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving Milieu-investeringen (VAMIL).
Fiscale regeling voor plaatsen zonnepanelen en asbestsanering
Wilt u uw stal, loods, schuur of kantoor asbestvrij maken en zonnepanelen plaatsen? Dan kunt u als bedrijf voor de zonnepanelen gebruikmaken van de fiscale regeling Energie-investeringsaftrek (EIA). En kunt u VAMIL aanvragen.
Provinciale subsidieregeling verwijdering asbest voor agrariërs
In 10 provincies kunnen agrariërs gebruik maken van de subsidieregeling Asbest eraf, zonnepanelen erop!. 75% van de asbestdaken ligt in de agrarische sector. Agrariërs die in aanmerking komen voor de subsidie moeten asbestdaken vervangen door daken met zonnepanelen.