Het risico van asbest is minder groot dan tot nu toe werd gedacht. Dat is de conclusie van onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen, TNO en trainings- en onderzoeksinstituut Crisislab. Beschermingsmiddelen blijken niet altijd nodig en de risico's zijn vaak verwaarloosbaar.
Branchevereniging Aedes en de woningcorporaties Talis, Woonbron, Vestia en Mitros hebben het onderzoek laten uitvoeren bij gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing van het huidige asbestbeleid.
In veel situaties is momenteel onduidelijk wat de blootstelling aan asbest (door inhalatie) werkelijk is, en daarmee wat de bijbehorende gezondheidsrisico’s zijn. Hierdoor is het dus veelal niet mogelijk om vast te stellen wat proportionele veiligheidsmaatregelen zijn.
Vaststellen van de blootstellingsrisco’s
Het onderzoek richt zich op het vaststellen van de blootstellingsrisco’s in een aantal concrete situaties (scenario’s) en het daarbij behorende gezondheidsrisico om vast te stellen wat de kosten en baten zijn van asbestbeschermingsbeleid in deze situaties. De beschouwing richt zich op de risico’s en effectiviteit van de preventieve maatregelen op groepsniveau. De belangrijkste scenario’s waren:
- Brand in een gebouw waarin asbest aanwezig is met derhalve risico’s voor brandweer en omgeving.
- Bewerking van niet-hechtgebonden asbesthoudende plafondplaten door particulieren, installateurs en saneerders.
- Wonen in woningen waarin een asbestverontreiniging aanwezig is.
- Werken in of bezoeken van een gebouw waarin een asbestverontreiniging aanwezig is.
- Werken door onderhoudspersoneel in ruimten waar asbesthoudende toepassingen aanwezig zijn die een verontreiniging hebben veroorzaakt.
- Verwijderen van asbestdaken door saneerders of particulieren.
Uitkomsten
De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat met name in situaties met beroepsmatige blootstelling de risico’s op lange termijn gezondheidsschade groot kunnen zijn. In één scenario is sprake van een zeer hoog risico op kanker. Dit betreft het scenario waarin werknemers elke dag plafondplaten met niet-hechtgebonden asbest slopen zonder persoonlijke bescherming.
In een aantal scenario’s is het risico hoger of ongeveer gelijk aan wat het maximaal toelaatbaar risico wordt genoemd. Dat is het risiconiveau dat in Nederland acceptabel wordt geacht voor blootstelling van werknemers en de bevolking. Een typisch voorbeeld van zo’n scenario is de installateur die enkele malen per maand per ongeluk in een asbesthoudend plafond boort. In alle andere situaties zijn de risico’s lager dan het MTR (maximum toelaatbaar risico) of het VR (verwaarloosbaar risico) en zijn beschermingsmaatregelen daarmee niet noodzakelijk. Het gaat hier om scenario’s als brand, wonen of werken in een gebouw met asbest en het verwijderen van asbestcementdaken.
Gezondheidsrisico’s voor niet beroepsmatig blootgestelden zijn in het algemeen beduidend lager. Het betreft bijvoorbeeld omwonenden van een brand en bewoners van woningen die incidenteel worden blootgesteld aan asbest door bewerking van in de woning aanwezig asbesthoudend materiaal.
Redelijkheid van het Nederlandse asbestbeleid
De onderzoekers pleiten voor een publiek debat over de redelijkheid van het Nederlandse asbestbeleid en voor een aantal concrete maatregelen zoals een risico gedreven meetstrategie; bij een verondersteld laag risico kan met minder metingen worden volstaan dan in een situatie waarvan op voorhand kan worden verwacht dat het risico potentieel is verhoogd. In dit verband is het paradoxaal dat blijkt dat in veel praktijksituaties met een zeer laag risico extreem hoge aantallen metingen zijn uitgevoerd terwijl bekende beroepsmatige risico’s niet met metingen zijn ingeschat en begeleid. Daarnaast wordt gepleit voor proportionele beschermingsmaatregelen omdat de huidige rigide (containment) maatregelen in zeer laag risico situaties in een aantal gevallen overbodig zijn.
UITGELICHT:
Scenario 6 - verwijderen golfplaten van dak
Op veel daken in Nederland liggen golfplaten van asbesthoudend materiaal. Al deze daken moeten uiterlijk in 2025 volledig asbestvrij gemaakt zijn. Onderstaand zijn een drietal scenario’s uitgeschreven waarin de gezondheidsrisico’s, en de daarmee samenhangede proportionele investeringen worden berekend, voor verschillende manieren waarop de golfplaten van het dak kunnen worden gehaald. Het onderscheid in de drie subscenario’s zit in veiligheidsmaatregelen die wel of niet zijn toegepast, de frequentie van blootstelling en de vraag of de golfplaten verwijderd worden door een particulier of een professioneel saneerder.
Algemene omschrijving scenario’s
Voor subscenario 6A wordt gekeken naar de gezondheidsrisco’s voor een particulier die zelf de golfplaten van zijn dak vervangt, en daarbij geen beheersmaatregelen toepast. In dit scenario wordt ervan uitgegaan dat iemand hier acht uur op een dag mee bezig is, en dit twee dagen in zijn gehele leven doet. De geschatte vezelconcentratie waar deze persoon aan bloot staat is uitgaande van een GM van 2.700 vezels/m3 en in het geval van de P90 waarde van 10.500 vezels per m3.
In scenario 6B gaat het niet om een particulier, maar om een professioneel saneerder. Deze saneerder maakt in dit scenario geen gebruik van beheersmaatregelen en werkt zonder adembescherming. Aangezien het om beroepsmatige blootstelling gaat gaan we er van uit dat iemand zes uur op een dag wordt blootgesteld, voor vijf dagen in de week en voor 40 jaar lang.
Gezondheidsrisico’s
In scenario 6a zijn de gezondheidsrisico’s nihil. Door de lage frequentie waarin mensen in dit scenario blootgesteld worden aan asbest is het aantal sterfgevallen kleiner dan 0,1 op de 100.000 bloogestelden.. Voor scenario 6B ligt het aantal sterfgevallen tussen 4 en 69 op de 100.000 blootgestelden, afhankelijk van het blootstellingswaarde (GM of P90) en het type asbestvezel.
'Het lijkt zinvoller om beschermingsmaatregelen tegen de secundaire, dan tegen de primaire, risico’s te nemen.'
Kosten en baten beschermingsbeleid vervangen asbestdaken
Voor scenario 6A geldt dat, omdat het risico nihil is, iedere vorm van beschermingsmaatregelen per definitie disproportioneel zouden zijn. In scenario 6B ligt het aantal verloren jaren, afhankelijk van de gehanteerde blootstellingswaarde en het asbesttype, tussen 76 en 1300.
In deze scenario’s is echter wel sprake van een secundair risico. Dit zijn risico’s die niet voortkomen uit de blootstelling aan asbest, zoals bijvoorbeeld vallen van het dak. Gezien de geringe omvang van de ‘asbest gerelateerde risico’s’ lijkt het in dit scenario zinvoller om beschermingsmaatregelen tegen de secundaire, dan tegen de primaire, risico’s te nemen.
Sanering asbestdaken In oktober 2018 stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel van staatssecretaris Stientje van Veldhoven om asbestdaken te verbieden. Dit betekent dat voor 2025 alle asbesthoudende daken gesaneerd moeten zijn. Zonder extra maatregelen zouden naar verwachting rond 2044 alle asbestdaken autonoom gesaneerd zijn als logisch gevolg van het verlopen van de economische levensduur Uit een MKBA die in opdracht van het Ministerie van Milieu en Infrastructuur werd uitgevoerd bleek dat de extra kosten van deze versnelde saneringsoperatie 882 miljoen euro bedragen. Daarnaast is het zo dat de saneringskosten van een asbesthoudend dak sowieso al vele malen hoger zijn door de hoge kosten van aanvullende beschermingsmaatregelen die genomen moeten worden. |
BRON - Onderzoek: Inzichten voor proportioneel asbestbeleid
Een onderzoek naar gezondheidsrisico’s in verschillende asbestblootstellingssituaties en de kosten van bijbehorend
beschermingsbeleid Februari 2019
Uitgevoerd door: Radboud Universiteit Nijmegen, TNO en trainings- en onderzoeksinstituut Crisislab.
In opdracht van: Aedes, vereniging van woningcorporaties, en van de woningcorporaties Talis te Nijmegen, Mitros te Utrecht, Vestia te Rotterdam en Woonbron te Rotterdam.