Elk jaar krijgen maar liefst 1.300 Nederlanders kanker doordat ze in aanraking zijn geweest met asbest. Vaak omdat ze betrokken waren bij de onjuiste verwijdering van de gevaarlijke stof. Hoeveel gebouwen nu nog asbest bevatten, is onduidelijk. Wél is het zeker dat het vaak illegaal – en daardoor meestal onveilig – wordt verwijderd. Vier omgevingsdiensten slaan daarom de handen ineen voor ‘De aanpak van asbest’. Ze versterken hun toezicht door data en ervaringen uit te wisselen.
“De samenwerking houdt in dat we weliswaar elk ons eigen initiatief uitvoeren, maar de bevindingen en data intensiever met elkaar delen dan voorheen”, vertelt Kristian van Soest van de Gelderse Omgevingsdiensten. “Door data slim te koppelen, hebben we allemaal een duidelijker beeld van wat er speelt. Het gaat bijvoorbeeld om informatie over asbestverwijderaars. Die zijn vaak in meerdere regio’s actief. Neemt een verwijderaar het niet zo nauw met de regels? Dan delen we dat met de andere omgevingsdiensten. Ook leren we van elkaars ervaringen, zodat we niet steeds het wiel opnieuw hoeven uit te vinden. Zo kunnen we het toezicht op asbest in onze eigen regio’s, en zelfs daarbuiten, gerichter uitvoeren.”
‘De aanpak van asbest’ is de even bondige als duidelijke titel van een samenwerking tussen vier omgevingsdiensten: Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA), DCMR Milieudienst Rijnmond, Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFVG) en het Team Ketentoezicht van de Gelderse Omgevingsdiensten. De diensten werkten eerder al veel samen, maar door de Verkiezingen Handhaving en Toezicht werd dit intensiever. De jury vroeg hen namelijk om hun vier losse initiatieven te bundelen. Tot ‘De aanpak van asbest’ dus. Het gebundelde project was een van de vijf genomineerden en greep helaas net naast de prijs. Maar het idee was geboren om ook na de verkiezingen minstens zo intensief samen te werken.
Bron: Toezine, Meer info vindt u hier: ‘De aanpak van asbest’