‘Onder asbestwerkers werd zelfs het gebruik van beschermende kleding en stofmaskers over het algemeen gezien als onmannelijk.’
Asbest heeft driekwart eeuw een ongelimiteerde en over het algemeen een zeer gewaardeerde toepassing gevonden. In Nederland zijn naar schatting anderhalf miljoen ton asbestvezels in bouwwerken en producten verwerkt. Sinds de jaren tachtig wordt echter algemeen aangenomen dat elke afzonderlijke vezel een risico voor de gezondheid vormt en is het streven er op gericht asbest uit het dagelijkse leven te verwijderen.
Ongekende denkomslag in materiaalgebruik
De bliksemcarrière van wondermineraal tot sluipmoordenaar veronderstelt dat er op een bepaald moment een radicale omwenteling heeft plaatsgevonden in het denken over asbest, een paradigmaomslag die in de geschiedenis van het materiaalgebruik ongekend is. Deze omslag vormt het wrange slotakkoord van een stapsgewijze ontwikkeling in de perceptie van de gevaren van asbest. De beleving van de risico's werd daarbij niet alleen bepaald door medische inzichten of statistische berekeningen, maar ook door sociaalculturele en economische factoren.
De strijd met de asbestindustrie toen (en ook nu nog)
In 2005 verscheen er in Gewina, Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek, een artikel van J.H.M. Janssen(1). In dit artikel worden de gedaantewisselingen van de perceptie van asbestrisico's beschreven en in relatie gebracht met maatschappelijke (sociaal-culturele) ontwikkelingen. De tijd die het artikel omspant is onderverdeeld in een drietal perioden van elk twee decennia. Het geeft een goed beeld van de strijd die is gevoerd om de asbestindustrie uit Nederland te verbannen.
En nu, meer dan een halve eeuw later, worden de gevolgen van het gebruik van asbest steeds zichtbaarder. Ook kan worden geconstateerd dat de strijd tegen asbest nog niet is gestreden. Alle regelgeving ten spijt halen asbestcalamiteiten wekelijks het nieuws, worden arbeiders nog steeds te werk gesteld met onvoldoende bescherming, en lijkt de decennialang gevoerde asbestdiscussie volledig voorbij te zijn gegaan aan het grote publiek met alle (nieuwe) risico’s van dien.
'Het blauwe zand van de dood'
In de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw heeft er een denkomslag plaatsgevonden ten aanzien van de gevaren met betrekking tot het gebruik van asbest. Het mineraal, dat meer dan een halve eeuw eerder in Nederland was geïntroduceerd als een wonderbaarlijk mineraal, werd volledig verbannen uit het gebruik. Asbest werd bekend als een 'stille moordenaar' en 'het blauwe zand van de dood', en als symbool van de verborgen gevaren van de achteruitgang van het milieu veroorzaakt door malafide bedrijven en onverschillige autoriteiten.
Toezicht door de arbeidsinspectie was schaars
In 1951 werd asbestose erkend als een beroepsziekte. Preventieve maatregelen met betrekking tot het industriële gebruik van asbest werden voorgeschreven door de wet. Echter, in deze periode was alle aandacht gericht op economische groei. Toezicht door de arbeidsinspectie was schaars en werknemers en werkgevers waren niet erg geïnteresseerd in het handhaven van de veiligheidsmaatregelen. Onder asbestwerkers werd zelfs het gebruik van beschermende kleding en stofmaskers over het algemeen gezien als onmannelijk.
'Recht op een veilige werkomgeving'
In de jaren zestig werd voornamelijk via buitenlandse literatuur steeds meer het verband bekend tussen de blootstelling aan asbest en het optreden van longkanker en mesothelioom. De resultaten van deze onderzoeken werden bevestigd door ondermeer onderzoek onder Nederlandse arbeiders die werkzaam waren in de isolatiesector. In diezelfde periode vochten de vakbonden het idee aan van de gedeelde verantwoordelijkheid en formuleerde het eenzijdige 'recht op een veilige werkomgeving'. Dit impliceerde dat alle ongezonde en onveilige procedures onvoorwaardelijk verboden moeten worden van de werkomgeving, met inbegrip van het gebruik van asbest.
Gemeenschappelijke vijand
Betrokken burgers, milieu-lobbyisten, progressieve politieke partijen en de betrokken wetenschappers vormden deze zienswijze om tot het 'recht op een veilige leefomgeving'. De massa-media pakten deze boodschap op en zo werd asbest een gemeenschappelijke vijand voor de volksgezondheid en opgespoord in al zijn schuilplaatsen en uiteindelijk verwijderd.
Machtige bedrijven en bureaucratische instanties
Het verbod op asbest was een van de resultaten van de democratisering en emancipatiebeweging van de late jaren zestig en zeventig. Deze emancipatie uitte zich in een toenemende intolerantie voor risico's tot stand gebracht door machtige bedrijven en bureaucratische instanties.
(1) Met dank aan: J.H.M. Janssen historicus/adviseur werkzaam bij het Ingenieursbureau Milieu en Ruimtelijke Ontwikkeling van de Dienst Gemeentewerken Rotterdam,
Openingsillustratie artikel website: van Tik Tak Tekening Tilburg
Het volledige artikel kunt u als pdf downloaden: Wonderstof en sluipmoordenaar. De perceptie van het asbestgevaar als spiegel van de tijd 1930-1990, in Gewina. Tijdschrift voor de Geschiedenis der Geneeskunde, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Techniek nr 28 (2005).