Het voorgenomen verbod op asbestdaken per 2024 kost gebouweigenaren en dus ook woningcorporaties, onnodig veel geld. Dat vertelde Arthur Oerlemans op 4 oktober 2017 namens Aedes aan de Tweede Kamer tijdens een rondetafelgesprek over de sanering van asbestdaken. Oerlemans is directeur bij Woonbron en voorzitter van de Aedes-klankbordgroep Asbest.
Ter voorbereiding van het rondetafelgesprek heeft Aedes een document (zie onderaan dit bericht) gemaakt voor de Kamerleden over woningcorporaties en asbestdaken.
Onderzoek
Op basis van eigen onderzoek schat Aedes dat er nog ongeveer 40.000 asbestdaken met een totaal-oppervlak van minstens 320.000 vierkante meter in de sociale huursector zijn. Dat betekent dat alleen al het verwijderen van deze resterende asbestdaken de volkshuisvestingsector tientallen miljoenen euro’s zal kosten. Het is daarom goed dat de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de subsidieregeling voor sanering van asbestdaken nu ook openstelt voor woningcorporaties. Desondanks staan de kosten niet in verhouding tot het mogelijke risico voor de gezondheid.
Regels
Niet alleen geld is een belangrijk punt bij de sanering, ook de steeds strengere regels maakt het verwijderen lastig. Sinds 1 januari 2017 zijn nog meer veiligheidsmaatregelen nodig om werknemers die asbest verwijderen te beschermen. Dat leidt tot hogere kosten en dat betekent dat er minder asbestsaneringen plaatsvinden. Zo duurt het langer voor alle daken zijn vervangen.
Aedes wil ook dat woningcorporaties en vastgoedeigenaren betrokken worden bij het maken van regels voor asbest. Nu ligt de voorbereiding daarvan vooral bij deskundigen uit de asbestbranche.
Normaal doen
Ronald Leushuis, bestuurder van woningcorporatie Talis en lid van de Bestuurlijke Klankbordgroep 'Laten we eindelijk normaal doen over asbest' geeft een schriftelijke reactie mee aan de Tweede Kamer. Hij bepleit een redelijk asbestbeleid waar de kosten voor verwijdering in verhouding staan tot de risico’s van asbest. Hij vindt dat de nieuwe bewindspersoon een landelijke bestuurlijke groep, met daarin ook woningcorporaties, moet oprichten om te komen tot een op feiten gebaseerd asbestbeleid.
----------------------------------------------------------------------------------------------
Bijdrage Aedes aan de Tweede Kamer tijdens rondetafelgesprek over sanerinf asbestdaken
WONINGCORPORATIES EN ASBESTDAKEN
Al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw verwijderen woningcorporaties asbest uit hun woningen. Maar asbest is in heel veel materialen toegepast en er is dus nog steeds een grote opgave. Woningcorporaties hebben alle bekende situaties aangepakt waarbij asbest een direct gevaar voor de gezondheid kan opleveren. De veiligheid van huurders en medewerkers staat immers voorop voor woningcorporaties. In veel gevallen zijn de risico’s van asbest echter beperkt. Desondanks wordt de regelgeving steeds strenger en zijn de feitelijke risico’s uit het zicht verdwenen. Het asbestdakenverbod is hiervan een voorbeeld. Dat kost gebouweigenaren, zoals woningcorporaties, onnodig veel geld.
KOSTEN ASBESTDAKEN: TIENTALLEN MILJOENEN EURO’S
Bij de meeste corporaties zijn de asbestdaken op woningen inmiddels verwijderd. In de corporatiesector gaat het nu vooral nog om golfplaten op schuurtjes. Op basis van eigen onderzoek1 schat Aedes dat er nog ca. 40.000 asbestdaken met een totaal-oppervlak van minstens 320.000 m2 in de sociale huursector zijn. Dat betekent dat alleen al het verwijderen van deze resterende asbestdaken de volkshuisvestingsector nog tientallen miljoenen euro’s zal kosten. We zijn daarom content met het recente besluit van de staatssecretaris van I&M om de subsidieregeling voor sanering van asbestdaken nu ook open te stellen voor woningcorporaties.
Het issue is echter veel groter: om alle woningen volledig asbestvrij te maken, zijn vele miljarden nodig. Dit is een enorme maatschappelijke en financiële opgave. Wij wijzen u daarom op de steeds strengere en ingewikkelder wordende regelgeving.
TWIJFELS OVER VOORTDURENDE AANSCHERPING ASBESTREGELING
Op 1 januari 2017 heeft wederom een aanzienlijke verscherping van regelgeving plaatsgevonden. Hierdoor zijn er nog meer veiligheidsmaatregelen nodig om werknemers die asbest verwijderen te beschermen. Ook zijn asbestdaken vanaf 2024 naar verwachting verboden in Nederland.
Wat vindt Aedes van het besluitvormingsproces voor asbest-wetgeving:
- De kosten voor het beheren en verwijderen van asbest moeten in verhouding zijn met de potentiële risico’s. Dit is nu niet het geval.
- Aedes zet vraagtekens bij het effect van de nieuwe grenswaarden voor asbestvezels op de huidige praktijk van asbestsanering: was dit noodzakelijk en is er daadwerkelijk gezondheidswinst?
- Deze regelgeving wordt voorbereid met en door deskundigen uit de asbestbranche. Woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren worden niet of nauwelijks gehoord.
- Strengere regels leiden tot nog hogere kosten en dus vinden er dan minder asbestsaneringen plaats: zo duurt het nog langer voor alle asbest uit de woningvoorraad is verwijderd.
- Nieuwe regelgeving wordt onvoldoende getoetst op de consequenties en er is sprake van invoeringsproblematiek. Dit jaar ontbrak een goede overgangstermijn en moesten bij lopende projecten opnieuw kostbare validatiemetingen plaatsvinden met als gevolg stagnatie- en meerkosten.
HET ASBESTSTELSEL FUNCTIONEERT NIET GOED
Samenwerking en afstemming tussen markt en overheid (en ministeries van SZW en I&M, de Inspectie SZW en de Inspectie Leefomgeving en Transport onderling) is versnipperd. De overheid heeft ervoor gekozen om meer aan de zijlijn te staan. Maar werkt zelfregulering wel goed als uit inspecties blijkt dat op 30% van de asbestsaneringslocaties niet voldoende veilig wordt gewerkt? Partijen met een belang bij meer en zwaardere regelgeving (inventarisatiebureaus, laboratoria, saneerders) zijn bepalend bij de besluitvorming. Woningcorporaties, andere vastgoedeigenaren, huiseigenaren, maar ook bijvoorbeeld de landbouwsector als het gaat om asbestdaken, staan grotendeels buitenspel bij regelgeving en in het certificatiestelsel. De overheid zou eenduidig regie over het ontwikkelproces van wet- en regelgeving moeten voeren en in overleg met alle betrokken partijen.
INNOVATIE WORDT BELEMMERD
Methoden om asbest sneller uit woningen te krijgen, worden belemmerd door onmogelijke validatieprotocollen (gedetailleerde technische voorschriften). Daardoor is het voor innovaties bijna onmogelijk om op de markt te verschijnen. Sinds 2006 is geen enkele innovatie toegelaten in de markt.
Onderzoeken wijzen keer op keer uit dat het verwijderen van asbesthoudende bouwproducten veel lagere emissies oplevert dan de formele risicoklasse aangeeft. Veel meer toepassingen kunnen met een laag risico worden gesaneerd door een ‘gewone’ aannemer. Bijvoorbeeld: vensterbanken en beglazingskit.
Ook asbestdaken kunnen met een eenvoudige werkmethode, zonder gezondheidsgevaar, worden verwijderd. Aedes participeert daarom in het Projectvoorstel ‘Blootstellings-onderzoek bij het verwijderen van asbestdaken’ dat vanuit het Programmabureau Versnellingsaanpak asbestdaken sanering is ingebracht. Aedes dringt er bij de overheid op aan om mee te werken aan dit project, omdat het verwijderen van asbestdaken hierdoor een betaalbare en realistische doelstelling wordt.
4 oktober 2017