LEZEN online-EDITIE vakblad Asbestmagazine

Lees hier de online-editie van vakblad Asbestmagazine

Zoeken

U kunt ons ook volgen via:

  • Twitter
  • Facebook
  • LinkedIn

'Asbestsector te klein voor wettelijke opgave asbestdakenvrij 2014'

'Asbestsector te klein voor wettelijke opgave asbestdakenvrij 2014'

Bert Oudendijk, wethouder van de gemeente Twenterand denkt dat als er daadwerkelijk meer geld beschikbaar komt voor ondernemers, dit voor de sector van de asbestsanering als katalysator zal gaan werken. Een belangrijk aandachtspunt is wel dat die impuls voor de sector voor de komende acht à negen jaar is.

 

Voor ondernemers ligt er een wettelijke verplichting dat ze in 2024 geen asbest meer op hun bedrijfsgebouwen mogen hebben. Volgens Bert Oudendijk, wethouder van de gemeente Twenterand, is de vraag hoe je de ondernemers zo snel mogelijk zover krijgt dat ze daarmee aan de slag gaan. “Immers, hoe sneller dat asbest weg is hoe beter, denk aan de gezondheidsrisico’s als er bijvoorbeeld brand ontstaat.”

Geld als katalysator
Aangezien Oudendijk zelf ondernemer is denkt hij wel te weten hoe ondernemers daar tegenaan kijken. “Allereerst moet er geld beschikbaar komen. Komt dat niet, dan wachten ondernemers af en kiezen een natuurlijk moment voor de sanering.” Als eco-wethouder staat hij voor duurzaam ondernemerschap. “In de gemeente Twenterand werken wij mee aan een project van de provincie Overijssel, waarin ondernemers asbest laten verwijderen van hun daken en zonnepanelen erop laten plaatsen. Hier staat een bijdrage van de provincie tegenover om de ondernemers te verleiden tot die maatregel.”
Bert Oudendijk denkt dat als er daadwerkelijk meer geld beschikbaar komt voor ondernemers, dat als katalysator zal gaan werken voor de sector van de asbestsanering. Dat betekent volgens hem meer werkgelegenheid en omscholingsmogelijkheden naar die branche. “Nu is deze sector te klein om de wettelijke opgave die er ligt, namelijk het verwijderen van asbest van daken, aan te kunnen. Een belangrijk aandachtspunt is wel dat die impuls voor de sector voor de komende acht à negen jaar is. Immers, het asbest moet in 2024 opgeruimd zijn. Hoe gaan we dan om met de extra mensen, die vanwege deze doelstelling in de asbest-branche zijn gaan werken? Daar moeten we nu al wel over nadenken.”

Sanering is innovatie
“Met de kennis die we nu over asbest hebben, is het van belang dat de sanering voortvarend wordt opgepakt. Sanering is innovatie. Dat klinkt misschien vreemd, maar door de sanering te koppelen aan kansen voor duurzaamheid, energie besparen dan wel energieopwekking zoals zonnecollectoren en isolatie is er een positieve stimulans voor het nemen van maatregelen.”
Volgens de wethouder van Twenterand is het asbestverbod erop gericht om mens en milieu te beschermen tegen de risico’s die de blootstelling aan dit product met zich mee kan brengen. “Door aanpassing van de daken (en isolatie) werken we aan een gezondere omgeving en moeten we het moment pakken om dit samen te doen. ”
Hij is ervan overtuigd dat ondernemers wel willen maar dat het ook aan overheden is om hen zo goed mogelijk te informeren en te faciliteren (financieel) over de mogelijkheden en kansen.  “De ondernemer weet wat er speelt en zal zich steeds meer bewust moeten zijn van de ernst en de noodzaak om het asbest te moeten vervangen.”

Impuls werkgelegenheid
Het nieuwe asbestbeleid, om in 2024 het asbest van alle daken zowel van bedrijven als bij particulieren af te hebben, leidt volgens Oudendijk tot een aantal positieve ontwikkelingen. “Zoals gezegd krijgt de werkgelegenheid in de asbestsaneringsbranche voor de komende acht à negen jaar een impuls. Daarnaast zal het ook een positief effect hebben voor de gerelateerde branches als isolatie en energieopwekking. Wederom een kans op verduurzaming van onze samenleving.” Daarnaast worden volgens hem de risico’s of schadelijke effecten op de gezondheid beperkt. “Er zijn, kortom, voldoende argumenten om ervoor te zorgen dat er geen asbest op onze daken meer te vinden is.”

Aanzienlijke rol overheid
Bert Oudendijk ziet een aanzienlijke rol voor de overheid om de doelstelling wat betreft asbestsanering te halen. “Provincie Overijssel doet dat al met een stimuleringsregeling. Daarmee wordt het nu aantrekkelijker gemaakt om asbest van daken te halen en om ook zonnepanelen te plaatsen. Dit vraagt alsnog om een investering van de ondernemers, maar is er wél een om serieus te overwegen.” De wethouder stelt dat ook de handhavingsafspraken op provinciaal niveau gemaakt zouden moeten worden. Het is volgens hem immers een groot verschil of er 300 gemeenten bezig zijn met het bedenken van de handhavingsafspraken of twaalf provincies. “Dit zorgt voor éénduidigheid richting de bedrijven, minder bureaucratie en onderstreept tegelijkertijd het belang van het halen van de doelstelling in 2024 en daar gaat het om.”

 

Bert Oudendijk, wethouder gemeente Twenterand.
Hij neemt tijdens de Nationale Asbest Conferentie op 12 november a.s. deel aan het Interactief debat met alle stakeholders over de meest prangende vragen van dit moment, zoals:
- Hoe is de sanering van asbestdaken voor 2024 mogelijk?
- Afweging tussen risico’s en gevolgen van saneren
- Effectieve communicatie bij calamiteiten

maandag 12 oktober 2015  |  3 reactiespermalink

Reacties

Ik ontving via de Rijksoverheid een antwoord (via e-mail doorgestuurd) d.d. 27-10-2015 op een aantal belangrijke vragen aan voormalig staatssecretaris Mansveld, aangaande dit onderwerp. Wie van de lezers schrikt ervan? Belangrijker is: Dat deze visie met een "Alle-hens-aan-dek"-inzet moet worden aangepakt. Ook - of beter nog JUIST met de nieuwe staatssecretaris. Mocht dat Sharon Dijksma zijn dan zijn de lijntjes wellicht wat praktisch korter opeens. Pak dat mógelijke voordeel in tijd en ..INZET !!?

reactie door jan van zelm  |  donderdag 29 oktober 2015 @ 14:18 uur

Ik las de vraag "Hoe kunnen we ondernemers zover krijgen dat e.e.a. binnen 9 jaar voor elkaar komt?" Misschien is het iets om de diverse filmpjes die asbestslachtoffers laten zien en hoe zij 'ademen' en zich dan nog maar kort durend verder door de nog resterende leeftijd slepen moeten te gaan bekijken, die dus eenvoudig toegankelijk zijn op Youtube. Ook het MInisterie van SZW heeft een filmpje over "Joost...". JA. Die Joost mág het weten..., de rest dan NIET ?! Natuurlijk. Die rest móet het weten. Het motiveert om te DOEN (!!!) wat nodig is. Destijds was ASBEST dat 'wonderspul' dat óók nog voordelig was (!). JA...wás. Want er werd toen niet meegerekend dat bij nacalculeren dat sommetje er heel anders uit zou gaan zien, ofschoon bekend is sinds 1938 dat "Asbest tot dodelijke aandoeningen kán (!) leiden". Maar ja..Het was goedkoop en de eigenschappen van dat spul beviel de maatschappij (?!) wel. Dus HUP, dat dak op. En NU ...(veel minder HUP) móet het eraf, Omdat wij (toch u ook ?) nu ZIEN wat dat asbest nog meer kan doen. Doodsrisico's bieden. ACTIE móet, daar nu en snel maar gedegen over nadenken is zeker goed. WEL doen hé !!

reactie door jan van zelm  |  donderdag 29 oktober 2015 @ 14:32 uur

Ik las hierboven: "Hoe gaan we dan om met de extra mensen, die vanwege deze doelstelling in de asbestbranche zijn gaan werken?" MIJ is niet geheel duidelijk wat met deze vraag bedoelt wordt. IK zou zeggen: Goed opgeleid, verantwoord én verantwoordelijk én ook nog 'ns goed gemotiveerd dat werk uit laten voeren. Maar dat is zó logisch dat er wellicht een andere vraag hier is bedoeld te stellen. Een andere vraag die al snel opdoemt is: Is er voldoende goed opgeleid, verantwoord én verantwoordelijk en gemotiveerd personeel voorhanden? Kijk. Er is/ligt (letterlijk) dus een enorme hoeveelheid werk te wachten. Dat dat werk GEEN vrijwilligerswerk is lijkt MIJ evident omdat het om zéér hoog risicodragend werk is mág - NEE - móet dit werk aleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Ik weet dat ik BIJZONDER CYNISCH ben wanneer ik zeg dat wanneer inmiddels duidelijk en wetenschappelijk bekend is dat asbest in z'n ernstigste gezondheidsbedreigende vormen (asbest gerelateerde longkanker, mesothelioom - in borstvlies, buikvlies, hartvlies - maar óók nog andere kankervormen) een nogal lange latentietijd in zich draagt van 10 tot 50 (zelfs 60) jaar. Nu het cynische deel (ik excuseer mij voor deze zure benadering !!). Wanner nagenoeg gepensioneerde werknemers hun werk/inkomen dreigen te verliezen omdat zij - onuitgesproken natuurlijk - 'te oud' bevonden worden om bij 'een' werkgever in dienst te mogen blijven is déze groep mensen wellicht geïnteresseerd én bereid om het zeer belangrijke maar tegelijk ook NIET ongevaarlijke werk uit te voeren van 'asbestsaneerder'. Deze mensen MOETEN (!) wel eest de 'schoolbanken in' om nadrukkelijk en compleet (!) opgeleid te worden en vervolgens ook in de praktijk serieus (!) begeleid worden in het daadwerkelijk uitvoeren ervan. Natuurlijk MOET alles rondom het werk qua veiligheid, controles(!), discipline én alle niet MINIMAAL maar MAXIMAAL MOGELIJKE PBM-VOORZIENINGEN goed worden geregeld. Gebeurt dit namelijk niet dan vindt men helaas en hoogstwaarschijnlijk onvoldoende personeel en zéker niet tijdig inzetbaar. Ik ben mij ervan bewust dat ik hiermee discussie zou kúnnen losmaken. Wie de juiste oplossing weet mag hem zó invoeren. UIteraard! Het is immers in óns aller belang. Toch?

reactie door jan van zelm  |  donderdag 29 oktober 2015 @ 15:13 uur

Reactie plaatsen

Bevestigingscode