In voornoemde kwestie had de gemeente Utrecht een overeenkomst gesloten met een saneerder voor de circulaire sloop van een aantal oude panden. De saneerder moest op grond van deze overeenkomst onder meer asbesthoudende beglazingskit van kozijnen uit de buitengevels saneren en afvoeren. Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden stuitte de saneerder echter op extra asbest.
De saneerder stuurde, na mededeling van de extra kosten die dat met zich meebracht, een tweetal meerwerkfacturen aan de gemeente. De gemeente weigert vervolgens deze facturen te betalen. Uiteindelijk komt het tot een procedure.
Achterliggende feiten
Begin 2015 heeft de gemeente Utrecht na een aanbestedingstraject een circulair sloopproject ter zake een aantal oude panden gegund aan een saneerder. Het werk is kort daarop door de saneerder aanvaard. Onderdeel van de overeengekomen sloopwerkzaamheden was het saneren en afvoeren van asbesthoudende beglazingskit uit de kozijnen van de buitengevels. Het ging daarbij in totaal om 284 kozijnen, waarin stuk voor stuk asbest verwerkt zat.
De gemeente had voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden een type-A asbestinventarisatie laten uitvoeren door inventariseerder Checkpoint. Uit de type-A inventarisatie volgde dat circa 1.450 strekkende meters asbest rondom de kozijnen in de buitengevels aanwezig was. Na een door Checkpoint geadviseerde type-B inventarisatie bleek echter dat er maar liefst circa 3.000 strekkende meter asbest was aangetroffen in de beglazingskit.
Op grond van deze aanvullende inventarisatie kwamen de gemeente en de saneerder in een afrekenstaat van 8 juli 2015 een prijs van € 30,- per extra strekkende meter asbesthoudend kit overeen.
Uiteindelijk werd door de saneerder echter ruim 15.000 strekkende meters asbesthoudende beglazingskit gesaneerd en afgevoerd. De saneerder had de gemeente in een eerder stadium gewaarschuwd voor meerkosten en stuurde kort daarop twee meerwerkfacturen van respectievelijk € 87.000,- en € 425.000,-. Ter onderbouwing van deze facturen, wees de saneerder op de in de afrekenstaat overeengekomen prijs van € 30,- per extra strekkende meter asbesthoudend kit.
De gemeente betwistte echter de meerwerkfacturen verschuldigd te zijn, waarop de saneerder in een procedure bij de rechtbank betaling van de meerwerkfacturen heeft gevorderd. De rechtbank wees de vordering toe. Vervolgens gaat de gemeente in hoger beroep.
Bron: LXA ADVOCATEN, meer informatie over dit onderwerp: Heeft de saneerder recht op betaling van meerwerk bij niet-geïnventariseerd asbest?