‘Wat kunnen we morgen doen voor een beter werkende asbestketen?’
Dat was het centrale onderwerp op het jaarlijkse Nationale AsbestFeitenDebat afgelopen 28 juni, georganiseerd door Search.
In het Beatrixgebouw verzamelden zich 35 professionals werkzaam in de gehele asbestketen. Verdeeld in vijf ketengroepen – uitvoerende marktpartijen, instituten, handhavers, eigenaren en adviseurs – debatteerden zij met elkaar. Over onder andere het imago, de krapte op de huidige markt en het kennisniveau van vrager en aanbieder.
Wie biedt echt kwaliteit?
‘Wat is er sinds het vorige Nationale AsbestFeitenDebat gebeurd?’ Voor het debat startte, blikte Udo Waltman, bedrijfsdirecteur bij Search, nog even terug op het vorige asbestdebat. ‘Toen werd o.a. duidelijk dat grote vastgoedeigenaren moeite hebben om kwalitatief goede en minder goede (slechte) saneerders van elkaar te onderscheiden. Wie biedt echt kwaliteit? Ascert pakte deze handschoen op: zij organiseren in augustus een bijeenkomst tussen beide partijen.’
Communicatie, capaciteit en kennis
Met de stelling ‘De asbestketen heeft een imagoverandering harder nodig dan meer regels en meer toezicht’opende debatleider Hans Kops het debat. Tijdens het debat bleek het met het zogenaamde slechte imago wel mee te vallen. Er is het afgelopen jaar veel imagoversterkend werk verricht en er is een sterk verbeterde samenwerking tussen saneerders, inventariseerders en laboratoria. Imagoverandering en vooral communicatie over asbest waren blijven volgens veel aanwezigen absolute speerpunten.
De wensen vanuit de keten in het kort:
- landelijke voorlichting voor particulieren;
- elkaar structureel informeren over bestaande initiatieven;
- aandacht voor asbest in (bouw)technische opleidingen en bij de ROC’s in het algemeen;
- een positieve focus op de kwalitatief goede saneerders en inventariseerders.