Een onvoldoende solide wettelijke basis kan er in het uiterste geval voor zorgen dat het verbod niet goed handhaafbaar zou zijn.
Het verbod op asbestdaken heeft als doel om mens en milieu te beschermen tegen de gevaren van blootstelling aan asbest. Goede handhaafbaarheid van het asbestdakenverbod is daarbij essentieel. Onzekerheid over de mogelijkheid van handhaving is onwenselijk, gelet op de doelstelling van dit verbod om ondubbelzinnig aan te geven per wanneer alle asbestdaken in Nederland verwijderd moeten zijn.
Begin 2017 naar de Kamer
Staatssecretaris Sharon Dijksma kiest er daarom voor om de wettelijke grondslag voor het ontwerpbesluit in de Wet milieubeheer te verduidelijken voordat het ontwerpbesluit definitief in werking treedt. Gelet op de benodigde toetsen en adviezen, die samenhangen met het opstellen van een formele wet, zal zij het voorstel van wet begin 2017 aan de Kamer zenden. Nadat de wettelijke grondslag is verduidelijkt, kan het asbestdakenverbod, zoals aan de Kamer is voorgelegd, worden vastgesteld op 1 juli 2017.
Kabinetsbeleid blijft gericht op 2024
De staatssecretaris benadrukte wel dat het kabinetsbeleid gericht blijft op een volledige verwijdering van asbestdaken in Nederland voor 2024. De subsidieregeling die deze verwijdering moet stimuleren, is inmiddels opengesteld en de eerste aanvragen zijn binnen. Deze subsidieregeling wordt niet geraakt door het nieuwe wetsvoorstel, ook al wordt de formele inwerkingtreding van het verbod vertraagd.
Daarnaast ontwikkelen decentrale overheden initiatieven om asbestdaken versneld te verwijderen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu blijft deze ontwikkelingen steunen, vooruitlopend op de definitieve inwerkingtreding van het verbod.