De afgelopen maanden is er buiten Nederland veel gebeurd op het gebied van asbest. Zo heeft het tweejaarlijkse overleg in Genève inzake het Verdrag van Rotterdam plaatsgevonden afgelopen mei, onder luidkeels protest van de Russische delegatie. De Europese Economische en Sociale Commissie en de Commissie van de Regio’s heeft in juni een asbestcongres in Brussel georganiseerd en Canada heeft heel recent een nieuw standpunt over asbest ingenomen.
Door: Mr.dr. Yvonne Waterman, Waterman Legal Consultancy
Het Verdrag van Rotterdam
Dit VN-verdrag, dat dateert van 2004, regelt een waarschuwingsplicht voor specifieke gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden, die door een exporterende lidstaat in acht moet worden genomen. Zo kan een importerend land een geïnformeerde beslissing nemen (‘Prior Informed Consent’) om de import van een gevaarlijke stof toe te laten of te weigeren. Al vanaf het begin heeft de verdragscommissie van onafhankelijke deskundigen aanbevolen om chrysotiel op de waarschuwingslijst (‘Annex III’) behorende bij het verdrag op te nemen.
‘Njet’
Tot 2012 heeft Canada er altijd een stokje voor gestoken dat chrysotiel op deze lijst zou worden opgenomen. Maar na de sluiting van de laatste grote asbestmijn, de Jeffrey Mine, in 2012 was het economisch belang van de oppositie verdwenen en liet Canada aan de wereld weten geen bezwaar meer te zullen maken. Prompt werd Rusland lid van het verdrag en liet in 2013 een keihard ‘Njet’ aan de onderhandelingstafel horen. Vanwege de verplichte unanieme stemming kon Rusland zo zijn wil aan circa 150 andere lidstaten opleggen.
Ook dit jaar gebeurde hetzelfde, met bijval van diverse andere landen die chrysotiel exporteren, zoals China, Zimbabwe, Kazachstan en Pakistan. Naderhand bleek dat de Pakistaanse delegatie van de regering opdracht had om vóór te stemmen maar ter plaatse door de asbestindustrie was omgekocht! Saillant is dat Rusland en Kazachstan samen verantwoordelijk zijn voor circa 80% van de wereldexport aan asbest.
Bezwaar
Tijdens de vergaderingen en presentaties interrumpeerde de delegatie van de Russische Chrysotile Trade Union frequent andere sprekers en beschuldigde hen luidkeels en met veel commotie van valse propaganda en leugens. In het bijzonder maakte de delegatie bezwaar tegen de presentatie van diverse films die de gezondheidsschade van asbest lieten zien. De Russische vakbond maakte van de gelegenheid gebruik om met een grote stand, veel foldermateriaal en literatuur haar eigen standpunt duidelijk te maken: chrysotiel asbest is níet schadelijk voor de gezondheid – die bewering beoogt slechts om Russische werkgelegenheid de kop in te drukken en arme mensen een verbetering van hun leefomstandigheden te misgunnen. In het bijzonder benadrukte zij dat ‘modern’ chrysotiel ‘anders’ is dan ‘traditioneel’ asbest, veilig gebruikt kan worden en juist vanwege zijn brandwerende eigenschappen levens kan redden. Dit roept de opmerking van Dr. Richard Lemen, voormalig Vice-Surgeon General van de Verenigde Staten, in herinnering die hij maakte tijdens het eerste congres van het European Asbestos Forum: “Russisch asbest heeft de wonderlijke eigenschap dat het pas kankerverwekkend wordt als het de Russische grens over gaat.”
Opmerkelijk is dat het verdrag de mogelijkheid biedt om “wanneer alle mogelijkheden zijn uitgeput” af te wijken van stemming bij unanimiteit en bij meerderheid te stemmen. Indien dit in 2017 – de achtste vergaderronde – zou gebeuren, zullen tegenstemmen inzake chrysotiel op hun beurt van tafel worden geveegd. Het belang hiervan is groot: juist het feit dat chrysotiel niet op de lijst van het Verdrag van Rotterdam staat, geeft de asbestindustrie een sterk argument om te stellen dat chrysotiel ‘dus’ niet gevaarlijk kan zijn. Ook kan opname op de lijst reden zijn voor de Verenigde Staten om eindelijk een asbestverbod in te voeren, wat mondiale navolging zou kunnen krijgen.
‘Freeing Europe Safely From Asbestos’: idealen zonder realiteitszin
Dit asbestcongres, georganiseerd door de Europese Economische en Sociale Commissie (EESC) en de Commissie voor de Regio’s, werd in Brussel gehouden op 24 juni jl. Zoals de titel al aangeeft, stond het verwijderen van asbest centraal. Diverse sprekers riepen op tot een EU-aanpak voor de verwijdering van asbest, met bijzonder oog voor asbest in gebouwen en scholen. Daarnaast ook voor een algemeen beleid voor schadevergoeding en medische behandeling van asbestkankers.
De EESC asbest co-rapporteur, dhr. Enrico Gibellieri: “Member States and the European Institutions need to take action now to head off this emerging public health crisis. National Action Plans need to be implemented and the European Commission should prioritize its response to this major risk to public health across all policy areas. We are talking about a lot more than traditionally exposed factory workers, now extending our concern to the children in our schools, the people working in our hospitals and public buildings and anyone living in a house, which affects just about everybody."
‘De markt’ betaalt
De algemene strekking van de presentaties was dat de verantwoordelijkheid voor de oplossingen duidelijk en consequent werd neergelegd bij de lidstaten, die op hun beurt zelf ‘de markt’ moeten aanjagen – dáár moeten alle acties vandaan komen. De toon die daarbij werd aangeslagen, deed suggereren dat het bij gebrek aan concreet uitgevoerd beleid gaat om kennelijke onwil of eigenwijsheid om de situatie onder ogen te zien. Het simpele feit dat asbestsanering op landelijke schaal tientallen miljarden euro’s kost en dat noch gebouweigenaren gezamenlijk noch overheden die kunnen opbrengen, werd gemakshalve genegeerd. Dit gold ook de vraag waar al dat gesaneerde asbest – een onvoorstelbare grote hoeveelheid – vervolgens moet blijven. Wel werd herhaaldelijk gerept over de bezuinigingen die de EU-sprekers in hun departementen moesten doorvoeren: een vette hint dat ook het geld voor deze saneringen op ongekend grote schaal bij ‘de markt’ moet worden gevonden.
Kortom: het oog voor realiteit en praktijk was in dit idealistische gezelschap helaas ver te zoeken. Het congres had veel weg van preken voor het koor: de zaal was voornamelijk gevuld met de vertrouwde gezichten van de vertegenwoordigers van vele vakbonden en slachtofferverenigingen in West-Europa. Maar er was geen sprake van enige georganiseerde input van de Europese asbestbranche. Er was geen aandacht voor het antwoord op de vraag waarom vrijwel alle lidstaten zo’n nationaal asbestplan ontberen, terwijl de beleidsdocumenten van de EU hier steevast op hameren.
De blijvende indruk van deze dag: de EU weet wel te vertellen wát er moet gebeuren, maar laat de moeilijke praktijk graag aan anderen over. Was u er niet bij? Geloof mij, u heeft niets gemist.
Canada: “Ach vooruit, wit asbest is tóch schadelijk.”
Begin juli 2015 ontdekte de Canadese krant ‘The Globe and Mail’ dat Canada zijn formele asbestbeleid stilletjes heeft veranderd. Op de overheidswebsite inzake asbest (noot 1), ‘Health Canada’, heeft jarenlang gestaan dat chrysotiel “minder erg” was dan asbest en minder schade aanrichtte dan asbest, althans alleen schadelijk zou zijn indien ingeademd in “relevante hoeveelheden”. Dit staat in scherp contrast met de World Health Organization en vele andere medische instanties wereldwijd, die al decennia menen dat er geen veilige ondergrens bestaat voor alle soorten asbest. De website vermeldt nu: “[…] breathing in asbestos fibres can cause cancer and other diseases.”
Waarom ineens deze ommekeer? Canada heeft al enige jaren zijn aftakelende asbestindustrie opgedoekt bij gebrek aan economisch belang. Het land zoekt nu geloofwaardigheid in de vaart der volkeren. Een beetje laat wellicht, nu vele landen lijden onder de last die uit Canadese mijnen afkomstig is.
Een afrondende overweging
Waar komt het allemaal op neer? De bewustwording dat Europa een groot asbestprobleem heeft, is op politiek-maatschappelijk niveau wel aanwezig zij het alleen aan de West-Europese kant, te oordelen naar de bezoekers van het congres. Beleid belijden met de lippen wordt luid bedreven. Maar concrete, praktische oplossingen voor de twee grote problemen – 1. wie zal de nationale saneringen betalen en 2. waar laten wij al dat asbest – dát zijn kwesties die stilletjes aan de markt worden overgelaten. Beleidsmakers lijken zich daar liever geen buil aan te stoten.
Ondertussen lacht de Russische asbestindustrie in zijn vuistje: de mondiale asbestproductie ligt nu op ruim twee miljoen ton per jaar en stijgt gestaag, evenals de prijs per ton. Nog steeds weet zij te voorkomen dat derdewereldlanden een waarschuwing krijgen over de gezondheidsrisico’s van asbest – de dodelijke gevolgen zullen zich over enige decennia aandienen. Anno 2015 is dat diep triest.
in het bijzonder ten aanzien van asbest en andere
arbeid- en gebouw gerelateerde gezondheidsrisico’s.