Het is nog steeds niet goed geregeld met de wetgeving omtrent asbest in Nederland. Bedrijven die fouten maken worden nauwelijks of niet bestraft en als een saneerder zijn certificaat kwijtraakt, kan die meestal onder een andere naam, B.V., of certificaat van een ander doorwerken. VARA’s consumentenprogramma Kassa besteedde zaterdag 21 februari aandacht aan de lakse houding van toezichthouders in de asbestsector.
Draak
In de uitzending van Kassa kwam milieudeskundige Otto Hegeman aan het woord. Hij spreekt van een vierkoppige draak als het om de wetgeving rondom asbest gaat. "Je hebt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die alleen bezig is met het beschermen van de minister als er wat fout gaat. Dan heb je nog de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Infrastructuur en Milieu en Volksgezondheid. Al deze ministeries hebben een eigen verantwoordelijkheid, maar als je ze er op aanspreekt verwijzen ze allemaal naar elkaar toe. Dit zorgt voor veel verwarring, onduidelijkheid en de problemen worden daardoor niet opgelost. Al heel lang vragen we bijvoorbeeld aan de Inspectie SZW om de certificaten van bedrijven na twee fouten in te trekken. Dit gebeurt nog steeds niet en bedrijven blijven daardoor fouten maken zonder bestraft te worden."
Weinig intrekkingen
Het intrekken van het asbestsaneringscertificaat komt bijna nooit voor. Dat blijkt ook uit onderzoek van Kassa: tussen 2011 en 2014 zijn er maar zes certificaten ingetrokken. Opvallend weinig voor de 50.000 saneringen per jaar die door 310 geregistreerde bedrijven worden uitgevoerd. Volgens Wijnand Jol van Omgevingsdienst Rivierland hebben certificerende instellingen er belang bij dat het niet ingetrokken wordt, want dan houden ze geld over. "De certificerende instellingen krijgen per certificaat dat ze uitgeven € 6000. Een certificaat intrekken heeft dus ook financiële consequenties."
Mazen in de wet
PvdA-kamerlid John Kerstens zegt dat Lodewijk Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, stappen genomen heeft om de mazen in de wet te dichten. Zo is het niet meer mogelijk voor bedrijven waarvan het asbestsaneringscertificaat (SC530) is ingetrokken via omwegen door te saneren. Ook wordt er aan 'naming and shaming' gedaan door asbestwaakhond Ascert. Bestrafte bedrijven worden met naam en toenaam op hun site gezet. Uit onderzoek van Kassa blijkt dat de toezichthoudende rol van Ascert niet goed functioneert. Toen Foekens BV vernam dat het certificaat werd ingetrokken, hebben ze op naam van een familielid een nieuw certificaat aangevraagd. Zo ontstond de situatie dat het bedrijf tijdelijk over twee certificaten beschikte en na intrekking van het ene certificaat op het andere door kon saneren. Het bedrijf PK Sloopwerken bleef na intrekken van hun certificaat onder het certificaat van een ander bedrijf doorsaneren. Ascert was hier niet van op de hoogte, aldus voorzitter Kees van Dongen. Toen er gevraagd werd waarom Ascert niet aan de bel trekt bij dit soort gevallen, reageerde Van Dongen met dat dat niet de taak is van Ascert. Dit druist in tegen de mening van John Kerstens, die vindt dat Ascert zijn rol als waakhond steviger moet gaan inzetten.
500 doden per jaar
Kassa besteedde vorig jaar aandacht aan de bewoners van Louweshoek die sinds 2012 continu tegen problemen met de asbestsanering in hun flat lopen. Het hele gebouw zit vol met asbest, maar toch vindt de saneringen plaats in bewoonde staat. Levensgevaarlijke asbestplaten breken en asbest vliegt in het rond, maar de eigenaar van het pand (Woonzorg Nederland) blijft zeggen dat het veilig is. De bewoners van Louweshoek vertrouwden dit niet meer en namen een advocaat onder de arm die nu een bodemprocedure gaat beginnen tegen de woningbouwcorporatie.
Kanker
Professor Joachim Aerts heeft dagelijks te maken met patiënten die kanker hebben opgelopen door besmetting door asbestvezels. Per jaar overlijden er 500 mensen aan asbestkanker, de ziekte die direct terug te herleiden is naar de besmetting met vezels. Volgens Aerts, komt iedereen wel eens een keer met asbest in aanraking, dat is niet zo erg. "Het is natuurlijk anders als je daar in continu woont. Voor bewoners is het lastig want je komt er niet zomaar vanaf, je kan niet even je raam open zetten en je bent van de asbest af, vooral op een plek waar er veel fouten worden gemaakt. Je moet eigenlijk aan zo'n directeur van een woningcorporatie vragen of hij zelf daarin zou willen wonen."
BRON: VARA Kassa