Vanaf 1 juli 2013 wordt de Grenswaarde voor asbestvezels verlaagd. Rekenvoorbeelden tonen aan dat bij alle klasse 3 werkzaamheden te verwachten is dat de Grenswaarde buiten het containment overschreden zal gaan worden
HEPA filters worden gebruikt in onderdrukmachines die worden toegepast in werkruimtes waar men de luchtstroom wil beheersen. Dit is het geval bij werkzaamheden waar gevaarlijke of hinderlijke stofdeeltjes vrijkomen, zoals bij asbestsaneringen. Met behulp van onderdrukmachines wordt binnen de afgeschermde werkruimte een onderdruk gecreëerd die voorkomt dat vervuilde lucht buiten de werkruimte komt. Daarnaast wordt het containment geventileerd waardoor de concentratie van deeltjes in de lucht vermindert. De uit te blazen lucht wordt gefilterd. Door een krachtige ventilator wordt de vervuilde lucht uit de werkruimte gezogen en door een HEPA filter naar buiten gebracht.
HEPA
HEPA is de afkorting van High Efficiency Particulate Air en is in verschillende classificaties te vinden. HEPA filters bestaan uit een mat met in willekeurige richting liggende vezels, de dichtheid en dikte van de vezels en de dikte van de mat zijn bepalend voor de effectiviteit van het filter. Volgens de Europese Norm EN 1822 is een filter ‘HEPA’ indien het filter tussen de 85% tot 99,995% verontreinigende stofdeeltjes van 0,3 microns afvangt. Deze grootte van fijnstofdeeltjes staat bekend als de Most Penetrating Particle Size (MPPS) ofwel de moeilijkst te filteren deeltjesgrootte.
Grenswaarde
De Grenswaarde is een concentratieniveau van een gas, damp, aerosol, vezel of van stof in de lucht op de werkplek. Bij de vaststelling van deze waarde wordt zoveel mogelijk als uitgangspunt gehanteerd dat – voor zover de huidige kennis reikt – de gezondheid van de werknemers én hun nageslacht niet wordt benadeeld. Zelfs niet bij herhaalde blootstelling aan die concentratie, gedurende een langere tot zelfs een arbeidsleven omvattende periode.
De huidige grenswaarde voor alle asbestsoorten is bij besluit van 7 juli 2006 vastgesteld op 0,01 vezel/cm³ (10.000 vezels/m3) als tijdgewogen gemiddelde voor de achturige werkdag.
Risicoklasse
Voor werkzaamheden waarbij blootstelling aan asbest kan optreden, worden drie risicoklassen gehanteerd. Risicoklasse 1 is het laagst. De blootstelling is dan onder de grenswaarde. Omdat asbest kankerverwekkend is, zijn maatregelen ook bij lage blootstelling verplicht. Is de risicoklasse hoger, dus hoger dan de grenswaarde, dan zijn aanvullende maatregelen vereist.
Een van de aanvullende maatregelen bij een Risicoklasse 2 of 3 sanering is dat de luchtstroom moet worden beheerst met behulp van onderdrukmachines. De uit te blazen lucht mag niet meer vezels bevatten dan de grenswaarde, 0,01 vezel/cm³ (10.000 vezels/m3).
Grenswaarde zal worden overschreden
Vanaf 1 juli 2013 wordt de Grenswaarde voor asbestvezels verlaagd van 10.000 vezels per m3 naar 300 (amfibolen) en 2.000 (witte asbest) vezels per m3 8-uursgemiddeld. Het blijkt (zie rekenvoorbeeld in document bijlage) dat bij een sanering vanaf de grens van klasse 2 op 3, de toekomstige Grenswaarde in de schone ruimte bij het gebruik van een H13 HEPA filter, fors kan worden overschreden. Dat betekent dat bij alle klasse 3 werkzaamheden is te verwachten dat de Grenswaarde buiten het containment overschreden zal gaan worden. Dit vraagt dus aanpassingen van de eisen aan de inrichting van het containment en/of de kwaliteit van de gebruikte filtratie.
Berekend op basis van de nieuwe grenswaarde voor amfibolen zal bij 6.000.000 vezels per m3 de grenswaarde van 300 vezels per m3 8-uursgemiddelde overschreden worden. Een waarde van 6.000.000 m3 tijdens een sanering is uitzonderlijk maar niet onmogelijk en kan door een goede werkwijze met toepassing van bronmaatregelen eenvoudig worden voorkomen.
Een dergelijke conclusie kan ook worden getrokken voor het huidige en toekomstige gebruik van adembescherming.
Zie voor een uitgebreide toelichting en rekenvoorbeeld:
Document HEPA filters Klasse H13 niet geschikt voor alle asbestsaneringen
BRON: RIR http://www.rirnl.eu/
