De Italiaanse advocaat Sergio Bonetto en de Franse professor Annie Thébaud-Mony, twee vooraanstaande verdedigers van asbestslachtoffers, pleiten voor de oprichting van een internationaal strafhof voor arbeids- en milieumisdrijven door de industrie.
Sinds december 2010 loopt in Turijn het strafrechtelijk proces tegen Etex, de Italiaanse dochter van de Belgische asbestfabrikant, Eternit. Op de beklaagdenbank zitten de twee hoogste verantwoordelijken van Eternit, de Belgische baron Louis de Cartier de Marchienne, directeur-generaal van 1966 tot 1972 (en destijds de baas van Karel Vinck) en de Zwitserse ondernemer Stephan Schmidheiny die hem opvolgde.
‘Het proces in Turijn is van belang, niet alleen voor Italië, maar voor de hele wereld', zegt de Italiaanse advocaat en verdediger van een groot deel van de Italiaanse slachtoffers, Sergio Bonetto.
In Europa is de verkoop van het schadelijke asbest al stopgezet in de jaren 1990. ‘Maar ondertussen wordt het product Eternit via de verkoop van het octrooi nog verder verhandeld in tal van landen zoals Brazilië, Peru, Mexico, Nicaragua, Senegal, Ivoorkust, en India', zegt de Franse professor Annie Thébaud-Mony, de medeoprichtster van het internationale netwerk voor asbestslachtoffers Ban Asbestos.
Strafhof
‘Vandaar dat we ijveren voor de oprichting van een internationaal strafhof voor arbeids- en milieudelicten die verder reiken dan de staatsgrenzen. Tot nu toe genieten multinationals doorgaans een totale straffeloosheid als het op welzijn van de arbeiders aankomt. Hopelijk zal het proces in Turijn dat veranderen.'
‘De verschillen in rechtspraak alleen al binnen Europa, vormen vandaag een groot probleem', vult Bonetto aan. ‘Het is absurd dat eenzelfde firma overal dezelfde effecten creëert, maar dat de feiten sneller verjaren in het ene land dan in het andere. Als we er niet in zouden slagen een internationaal strafhof uit de grond te stampen, moet er op zijn minst internationaal afdwingbare wetten komen.'
BRON: knack.rnews.be