Asbest is nog gevaarlijker dan gedacht, heeft de Gezondheidsraad geconstateerd. Daarom wil het kabinet op voorstel van staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) onderzoeken hoe nog meer asbest op een verantwoorde wijze uit de leefomgeving kan worden verwijderd. Tegelijkertijd moeten gemeenten, burgers en bedrijven worden gestimuleerd de regels voor asbestverwijdering beter na te leven. Dit blijkt uit de brief die staatssecretaris Atsma mede namens zijn collega's van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Sinds 1994 is het gebruik van asbest in Nederland verboden. In tal van gebouwen en objecten is echter nog asbest van voor die tijd aanwezig. Het asbestbeleid is vooral gericht op het voorkomen van blootstelling aan asbest.
Asbestwegen
Asbestwegen en asbestdaken zijn grote bronnen van asbestdeeltjes in de lucht. Juist daarom is de afgelopen jaren ingezet op actieve sanering van met asbest verontreinigde wegen. Op dit moment is de laatste fase van sanering van asbestwegen in de omgeving van Hof van Twente en Harderwijk in volle gang. De verwachting is dat medio 2012 alle asbestwegen zijn gesaneerd en deze wegen niet langer bron kunnen zijn voor asbestvezels in de lucht.
Asbestdaken
Door slijtage kunnen asbestdaken in toenemende mate een bron zijn voor verspreiding van asbestdeeltjes. Om het vervangen van asbestdaken te stimuleren geldt voor bedrijven sinds maart 2010 de mogelijkheid van Milieu Investeringsaftrek en Vrije afschrijving. Dit heeft inmiddels geleid tot een investering van meer dan 8 miljoen euro in vervanging van asbestdaken. Omdat de technische levensduur van asbestplaten ongeveer 30 jaar is, wil staatssecretaris Atsma onderzoeken wat de gevolgen zijn van een mogelijk verbod op het nog voorhanden hebben van asbestdaken of asbestgolfplaten vanaf 2024 voor zowel particulieren als bedrijven.
Toezicht
Het advies van de Gezondheidsraad onderstreept nog eens het belang van het verantwoord verwijderen van asbest. Daarom moeten gemeenten, burgers en bedrijven bewust gemaakt blijven worden van de gevaren van asbest en hoe daar op een verantwoorde wijze mee om te gaan. Daarbij doet de overheid nadrukkelijk een appèl op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en burgers voor de eigen gezondheid en de gezondheid van anderen. De staatssecretaris zal waar nodig het toezicht op de naleving van asbestregels versterken.
Het nog dit jaar te ontwikkelen Landelijk Asbestvolgsysteem zal een belangrijke informatiebron zijn voor toezicht en handhaving. In dit systeem, dat op initiatief van gemeenten en woningcorporaties in 2009 is getest, worden alle handelingen met asbest bijgehouden. Gebouweigenaren, gemeenten, opdrachtgevers, asbestinventariseerders, asbestsaneerders en particulieren kunnen in dit systeem het asbest van stap tot stap volgen: van asbestinventarisatie, via vergunning, melding tot en met de vrijgave.
Scholen
Ook blootstelling aan asbest in scholen moet worden voorkomen. Onlangs hebben de Vereniging van Nederlands gemeenten (VNG) en de onderwijsraden (PO- en VO-raad) vanuit hun verantwoordelijkheid voor schoolgebouwen, daarom hun leden geadviseerd om de aanwezigheid van asbest in scholen nauwkeurig in kaart te brengen.
Nieuwsbericht | 15-02-2011 Ministerie van Infrastructuur en Milieu